omkleding

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·kle·ding
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van omkleden met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord omkleding omkledingen
verkleinwoord omkledinkje omkledinkjes

Zelfstandig naamwoord

omkleding v [1]

  1. datgene waarmee iets omkleed of bekleed is, omhulsel
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord omkleding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.