olympisch
Nederlands
![]() |
Woordafbreking
- olym·pisch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | olympisch | olympischer | |
verbogen | olympische | olympischere | |
partitief | olympisch | olympischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
olympisch
- (sport) verband houdend met de Olympische Spelen
- Hij was apetrots op zijn olympische bronzen plak.
Vertalingen
1. verband houdend met de Olympische Spelen
Gangbaarheid
- Het woord olympisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'olympisch' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.