jungle
Nederlands
Woordafbreking
- jun·gle
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘wildernis’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- Via het Engels ontleend aan Hindi जंगल 'jangal'.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jungle | jungles |
verkleinwoord | jungletje | jungletjes |
Zelfstandig naamwoord
jungle m
- tropisch oerbos
- Zij waren op expeditie in de jungle.
- overdrachtelijk een omgeving waar het wild toegaat
- Die sloppenwijken zijn een jungle waar een mens zijn leven niet zeker is.
Gangbaarheid
- Het woord jungle staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'jungle' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.