oefenbaan

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oe·fen·baan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oefenbaan oefenbanen
verkleinwoord oefenbaantje oefenbaantjes

Zelfstandig naamwoord

oefenbaan v/m

  1. een stuk weg of rechthoekig stuk land dat men kan gebruiken om een bepaalde vaardigheid te leren
    • Terug in Nederland heeft Luiten de oefenbaan opgezocht. Om in alle rust te werken aan zijn spel, de foutjes eruit te halen en vertrouwen terug te krijgen. "Daar gaat tijd in zitten. Ik sla de ballen te veel naar links en moet dus mijn grip aanpassen. Dat vergt duizenden ballen slaan om het oude gevoel terug te krijgen. Het is dus vooral uren maken op de golfbaan."[1] 
    • Het vliegtuigje kwam uit Drachten. Volgens de woordvoerder heeft de piloot bij een doorstart tijdens het landen een inschattingsfout gemaakt. Door de fout raakte het toestel boomtoppen en kwam het uiteindelijk op de oefenbaan van de RDW terecht, waar het tot stilstand kwam tegen een vangrail.[2] 
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord oefenbaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Het Parool 8 september 2015 Luiten blijft mikken op Amerikaans succes
  2. Het Parool 13 maart 2007 vliegtuigje-stort-neer-bij-lelystad
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.