oecumene
Nederlands
Woordafbreking
- oe·cu·me·ne
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘algemene kerk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1952 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oecumene | oecumenes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
oecumene v/m
- beweging die de eenheid van (diverse groepen binnen) een religie nastreeft
Vertalingen
1. een beweging
Gangbaarheid
- Het woord oecumene staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'oecumene' herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.