observatie
Nederlands
Woordafbreking
- ob·ser·va·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘waarneming’ voor het eerst aangetroffen in 1485 [1]
- Naamwoord van handeling van observeren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | observatie | observaties |
verkleinwoord | observatietje | observatietjes |
Hyponiemen
- aardobservatie, gedragsobservatie, zelfobservatie
Afgeleide begrippen
|
|
|
|
Vertalingen
1. waarneming
Gangbaarheid
- Het woord observatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'observatie' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.