nooddruft

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nood·druft
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘behoefte’ voor het eerst aangetroffen in 1291 [1]
  • samenstelling van  nood   en  druft   [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord nooddruft -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

nooddruft v / m [3]

  1. (formeel) gebrek aan het meest elementaire, armoede
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord nooddruft staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
58 %van de Nederlanders;
27 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.