nonet
Nederlands
Woordafbreking
- no·net
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘muziekstuk voor negen instrumenten’ voor het eerst aangetroffen in 1860 [1]
- Ontleend aan het Italiaanse nonetto
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nonet | nonetten |
verkleinwoord | nonetje | nonetjes |
Zelfstandig naamwoord
nonet o
Gangbaarheid
- Het woord nonet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'nonet' herkend door:
18 % | van de Nederlanders; |
20 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.