niks
Nederlands
Woordafbreking
- niks
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘onbepaald voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1784 [1]
Onbepaald voornaamwoord
niks
- geen enkel ding
- Hij begreep er niks van.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
niksen |
niks
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van niksen
- Ik niks.
- gebiedende wijs van niksen
- Niks!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van niksen
- Niks je?
Gangbaarheid
- Het woord niks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'niks' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- niks
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Duitse woord nichts.
Bijvoeglijk naamwoord
niks
- geen enkel
Verbuiging
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | niks | ||
o enkelvoud | niks | |||
meervoud | niks | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
niks |
Bijwoord
niks
- «Eg leita i bilen etter ein attgløymt sjokolade eller noko, men niks.»
- Ik keek in de auto na een achtergelaten chocolade of iets, maar noppes.
- «Eg leita i bilen etter ein attgløymt sjokolade eller noko, men niks.»
Verwante begrippen
- ingenting
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- niks
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Duitse woord nichts.
Bijvoeglijk naamwoord
niks
- geen enkel
Verbuiging
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | niks | ||
o enkelvoud | niks | |||
meervoud | niks | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
niks |
Verwante begrippen
- ingenting
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.