niezen
Nederlands
Woordafbreking
- nie·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
niezen |
niesde |
geniesd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
niezen [3]
- inergatief een plotselinge, krachtige uitademing om de neus te reinigen van prikkelende stoffen
- Zij niesde aan één stuk door.
Afgeleide begrippen
- niesbui, niesen, nieskruid, niespoeder, niespoeier, nieswortel, niesziekte, niezer
Vertalingen
1. een plotselinge, krachtige uitademing om de neus te reinigen van prikkelende stoffen
Gangbaarheid
- Het woord niezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'niezen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.