nieskruid
Nederlands
nieskruid
Woordafbreking
- nies·kruid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van niezen ww en kruid zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nieskruid | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
nieskruid o [1]
- Helleborus
giftige plant die vroeg in het voorjaar bloeit
- Hoe fraai de kerstrozen ook bloeien in de winter, het zijn geen rozen. De bekende kerstroos met de grote witte bloemen, maar ook alle aanverwante soorten horen bij de ranonkelfamilie en gaan schuil onder de Latijnse familienaam Helleboris of de Nederlandse naam nieskruid. De meeste kerstrozen zijn giftig. [2]
- De kerstroos –beter bekend als stinkend nieskruid en wrangwortel– is op die fleurigheid een uitzondering, want de bloemen zijn juist onopvallend groen. Qua saaiheid doen ze niet onder voor een andere winterbloeier, de klimop. [3]
Gangbaarheid
- Het woord nieskruid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'nieskruid' herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Reformatorisch Dagblad Marianne Witvliet 02-03-2007 In vuur en vlam voor oude rozenrassen
- Reformatorisch Dagblad Ab Jansen 11-02-2013 Winterbloeiers in de natuur
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.