nieuwigheid
Nederlands
Woordafbreking
- nieu·wig·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van nieuwig met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nieuwigheid | nieuwigheden |
verkleinwoord | nieuwigheidje | nieuwigheidjes |
Zelfstandig naamwoord
nieuwigheid v
- iets dat nieuw (bedacht) is
- Dat is wel een aardig nieuwigheidje.
Gangbaarheid
- Het woord nieuwigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'nieuwigheid' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.