neutraliseren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • neu·tra·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Franse neutraliser met het achtervoegsel -iseren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
neutraliseren
neutraliseerde
geneutraliseerd
zwak -d volledig

Werkwoord

neutraliseren

  • overgankelijk
  1. werking of invloed tenietdoen van, opheffen
  2. (scheikunde) een zure of basische reactie stoppen door het toevoegen van een hoeveelheid base resp. zuur
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord neutraliseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.