nettowinst
Nederlands
Woordafbreking
- net·to·winst
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van netto en winst
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nettowinst | nettowinsten |
verkleinwoord | nettowinstje | nettowinstjes |
Zelfstandig naamwoord
nettowinst v/m
- brutowinst waarvan afschrijvingen en belastingen zijn afgetrokken
- De nettowinst is het geld dat een bedrijf verdient.
Gangbaarheid
- Het woord nettowinst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'nettowinst' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.