nettobetaler

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • net·to·be·ta·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nettobetaler nettobetalers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

nettobetaler m

  1. (politiek) een land dat meer geld afdraagt aan de Europese Unie dan dat er rechtstreeks terugkomt in dat land in de vorm van investeringen en subsidies
    • Doordat de Europese Unie investeert in armere gebieden van landen zijn rijkere landen doorgaans nettobetaler. 
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord nettobetaler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.