nestbevuiler

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nest·be·vui·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nestbevuiler nestbevuilers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

nestbevuiler m

  1. iemand die misstanden aangeeft in de eigen groep; iemand die kwaadspreekt over de eigen groep
    • Huang Liangtian, oud-hoofdredacteur van het blad Baixing, is de afgelopen maanden uitgemaakt voor landverrader, nestbevuiler en, nog ernstiger, lid van de in China verboden quasi-boeddhistische beweging Falun Gong. [1] 
    • 'Ik ben een gluiperd, een verrader, een nestbevuiler, maar vanaf vandaag ben ik vrij en ik ben klaar om mijn verhaal te vertellen. Dat heb ik de afgelopen 36 uur nog niet volledig kunnen doen.' De laatste vuile was is dus nog niet op straat gegooid. [2] 
    • Het is bizar dat Turkse-Nederlanders die hier van alle vrijheden profiteren zo’n autocraat als Erdogan steunen. En ik kan het wel handelen als nationalistische Turken me vervolgens een ‘nestbevuiler’ noemen. Erger was het dat ik een paar nachten extra waakzaam in mijn bed heb gelegen: ze kenden mijn adres.’’ [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord nestbevuiler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.