neerploffen
Nederlands
Woordafbreking
- neer·plof·fen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van neer en ploffen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
neerploffen |
plofte neer |
neergeploft |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
neerploffen
- ergatief gaan zitten door zijn gewicht te laten vallen
- Hij was op de bank neergeploft.
- overgankelijk met een plof doen vallen
- ..want vorens men zyn party [tegenstander bij het worstelen] ter aarde neergeploft had, wierd niemand gekroont.[1]
Gangbaarheid
- Het woord neerploffen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'neerploffen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Lexicon Heiroglyphicum Sacro-Profanum Martinus Koning 1717
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.