natuurgenot
Nederlands
Woordafbreking
- na·tuur·ge·not
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van natuur en genot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | natuurgenot | - |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
natuurgenot o
- het plezier dat een verblijf in de vrije natuur verschaft
Gangbaarheid
- Het woord 'natuurgenot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.