narcose
Nederlands
Woordafbreking
- nar·co·se
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verdoving’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1898 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | narcose | narcoses |
verkleinwoord | narcosetje | narcosetjes |
Zelfstandig naamwoord
narcose v
- (medisch) een kunstmatige algehele verdoving
- De dokter bracht de patiënt onder narcose, zodat hij niets van de operatie zou voelen.
Vertalingen
1. een kunstmatige algehele verdoving
Gangbaarheid
- Het woord narcose staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'narcose' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.