nappaleer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nap·pa·leer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nappaleer -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

nappaleer o

  1. een gedekt, doorgeverfd (aan beide kanten dezelfde kleur) leer dat meestal afkomstig is van lams- of schapenhuid

Gangbaarheid

  • Het woord nappaleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
65 %van de Nederlanders;
55 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.