nageboorte
Nederlands
![](../I/m/A_nurse's_handbook_of_obstetrics_(1915)_(14596009809).jpg)
verwijderen van de nageboorte
![](../I/m/Human_placenta_baby_side.jpg)
de nageboorte
Woordafbreking
- na·ge·boor·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van na vz en geboorte zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nageboorte | nageboortes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
nageboorte v
- de moederkoek, navelstreng en vliezen die geboren worden nadat de baby is geboren
- Waarom offeren Nederlanders voor mooi weer worst en Vlamingen eieren? En wat deden boeren zoal met de nageboorte van een paard? De kaartencollectie van het Meertens Instituut laat het zien. [2]
- In de spetterende regen banjert Ingrid op haar klompen door de plassen op het erf, waar de nageboorte van het nieuwe kalfje nog ligt. Ze schuilt onder een druipend afdakje en tuurt over de glooiende weide. Zo ver je kunt zien, rijkt het boerenland van Johan. "Mooi hè." [3]
Vertalingen
1. de moederkoek, navelstreng en vliezen die geboren worden nadat de baby is geboren
Gangbaarheid
- Het woord nageboorte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'nageboorte' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- nageboorte op website: Etymologiebank.nl
- de Standaard 10 MAART 2014 Hilde Van den Eynde
- Tubantia 30-08-2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.