nageboorte

Nederlands

verwijderen van de nageboorte
de nageboorte
Uitspraak
Woordafbreking
  • na·ge·boor·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nageboorte nageboortes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

nageboorte v

  1. de moederkoek, navelstreng en vliezen die geboren worden nadat de baby is geboren
    • Waarom offeren Nederlanders voor mooi weer worst en Vlamingen eieren? En wat deden boeren zoal met de nageboorte van een paard? De kaartencollectie van het Meertens Instituut laat het zien. [2] 
    • In de spetterende regen banjert Ingrid op haar klompen door de plassen op het erf, waar de nageboorte van het nieuwe kalfje nog ligt. Ze schuilt onder een druipend afdakje en tuurt over de glooiende weide. Zo ver je kunt zien, rijkt het boerenland van Johan. "Mooi hè." [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nageboorte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. nageboorte op website: Etymologiebank.nl
  2. de Standaard 10 MAART 2014 Hilde Van den Eynde
  3. Tubantia 30-08-2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.