naden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  naden    (hulp, bestand)
  • [enkelvoud] IPA: /ˈnadən/
  • [meervoud] IPA: /ˈnadə(n)/
Woordafbreking
  • na·den
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord naden nedans
nedanen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

naden v/m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) bruidsschat
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

naden mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord naad

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
nadar

naden

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van nadar
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van nadar
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.