nachtvlieg

Nederlands

Uitspraak

Geluid: nachtvlieg (hulp, bestand)
IPA: / ˈnɑxtflix /

Woordafbreking

nacht·vlieg

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van nacht zn en vlieg zn [1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	nachtvlieg	nachtvliegen
verkleinwoord	nachtvliegje	nachtvliegjes

Zelfstandig naamwoord

nachtvlieg m/v

(insecten) benaming gebruikt voor gevleugelde insecten als schietmotten (orde Trichoptera ) en kleine vlinders die actief worden als het donker is

- Nieuw is ook de nachtvlieg, die blijkbaar aan slapeloosheid lijdt. [2]

Gangbaarheid

Het woord 'nachtvlieg' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
"Doodt de vliegen !" in: De Zuid-Willemsvaart jrg. 35 nr. 56 (14 juli 1915); p.1 kol. 5; geraadpleegd 2017-06-14

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.