nabloei

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·bloei
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nabloei -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

nabloei m

  1. langer dan normaal voortgezette bloei
  2. uitloop van culturele en kunstverschijnselen na een bloeitijd


Werkwoord

vervoeging van
nabloeien

nabloei

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabloeien
    • ... dat ik nabloei. 

Gangbaarheid

  • Het woord nabloei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.