nabloei
Nederlands
Woordafbreking
- na·bloei
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van na en bloei zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nabloei | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
nabloei m
- langer dan normaal voortgezette bloei
- uitloop van culturele en kunstverschijnselen na een bloeitijd
Werkwoord
vervoeging van |
---|
nabloeien |
nabloei
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabloeien
- ... dat ik nabloei.
Gangbaarheid
- Het woord nabloei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'nabloei' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.