na-ijverig
Nederlands
Woordafbreking
- na-ij·ve·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | na-ijverig | na-ijveriger | na-ijverigst |
verbogen | na-ijverige | na-ijverigere | na-ijverigste |
partitief | na-ijverigs | na-ijverigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
na-ijverig
- iemand iets misgunnen (dat men zelf wil hebben)
- Hij is nogal na-ijverig, vooral op zijn buurman.
Vertalingen
1. iemand niet gunnen dat die iets heeft dat men zelf wil hebben
Gangbaarheid
- Het woord na-ijverig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 was het woord in de oude spelling "naijverig" opgenomen.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.