mutant
Nederlands
Woordafbreking
- mu·tant
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘door mutatie ontstaan individu’ voor het eerst aangetroffen in 1918 [1]
- Naamwoord van handeling van muteren met het achtervoegsel -ant [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mutant | mutanten |
verkleinwoord | mutantje | mutantjes |
Zelfstandig naamwoord
mutant m
- (biologie) een individu waarvan een of meerdere genen gemuteerd zijn
- Mutanten zijn een belangrijk hulpmiddel in wetenschappelijk onderzoek, en dus ook in de plantenfysiologie.
- de mutant is verder een graag geziene gast in sciencefictionfilms
- (taalkunde) foneem dat in de plaats van een ander treedt
Gangbaarheid
- Het woord mutant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mutant' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.