muskiet

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mus·kiet
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Spaans of Portugees, in de betekenis van ‘insect’ voor het eerst aangetroffen in 1630 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord muskiet muskieten
verkleinwoord muskietje muskietjes

Zelfstandig naamwoord

muskiet m

  1. steekmug
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord muskiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.