muskaat

1. als specerij gebruikte noot van de muskaatboom
2. wijn gemaakt van de muskaatdruif

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  muskaat    (hulp, bestand)
  • IPA: /mʏsˈkat/
Woordafbreking
  • mus·kaat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord muskaat muskaten
verkleinwoord muskaatje muskaatjes

Zelfstandig naamwoord

muskaat m/v

  1. (voeding) als specerij gebruikte noot van de muskaatboom Myristica fragrans
enkelvoud meervoud
naamwoord muskaat -
verkleinwoord muskaatje muskaatjes

Zelfstandig naamwoord

muskaat m

  1. (oenologie) wijn gemaakt van de muskaatdruif
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • muskaatboom, muskaatdruif, muskaatnoot, muskaatpompoen, muskaatsalie, muskaatvink, muskaatwijn
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord muskaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.