oenologie
Nederlands
Woordafbreking
- oe·no·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van Oudgrieks οἶνος [oinos] "wijn" met het achtervoegsel -logie, in de betekenis van ‘kennis van de wijn’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oenologie | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
oenologie v
- (wetenschap) wetenschap van de wijnbereiding
- Vooral in Frankrijk staat de oenologie op een hoog peil.
Vertalingen
1. de wetenschap van de wijnbereiding
Gangbaarheid
- Het woord oenologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'oenologie' herkend door:
45 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.