monofoon

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mo·no·foon
Woordherkomst en -opbouw
  • met het voorvoegsel mono- en met het achtervoegsel -foon
enkelvoud meervoud
naamwoord monofoon monofonen
verkleinwoord monofoontje monofoontjes

Zelfstandig naamwoord

monofoon m

  1. monofone ringtone
stellend
onverbogen monofoon
verbogen monofone

Bijvoeglijk naamwoord

monofoon

  1. (muziek) in staat slechts één toon tegelijk voort te brengen
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'monofoon' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.