moedercel
Nederlands
Woordafbreking
- moe·der·cel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van moeder zn en cel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | moedercel | moedercellen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
moedercel v/m [1]
- cel, die dochtercellen vormt door celdeling
- Uit unieke cameraopnames van het Hubrecht Instituut blijkt dat niet alle darmstamcellen gelijk zijn. Al deze stamcellen delen voortdurend, maar slechts één van deze 'wint'de competitie en kan als moedercel fungeren voor het oppervlak van een minuscule darmuitstulping (villus).[2]
- Bij een celdeling moet de `moedercel'al het erfelijk materiaal (DNA) kopiëren, zodat beide dochtercellen ieder een compleet pakket erfelijke informatie hebben. Het kopiëren van DNA, controleren op fouten en het verdelen van de kopiën over de dochtercellen verloopt in strikt gescheiden fasen van de celcyclus.[3]
Verwante begrippen
- dochtercel
Gangbaarheid
- Het woord moedercel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'moedercel' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf 18 feb. 2014 Winnende stamcel in beeld
- NRC 8 oktober 2001 Nobelprijs voor onderzoek naar celdelingsproces
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.