mishagen
Nederlands
Woordafbreking
- mis·ha·gen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘niet aanstaan’ voor het eerst aangetroffen in 1461 [1]
- samenstelling van mis en hagen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
mishagen |
mishaagde |
mishaagd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
mishagen
- onpersoonlijk niet aanstaan, niet behagen
- Hem mishaagde zeer dat zij niets van hem weten wilde.
- overgankelijk ontstemd worden
- De goden waren hierover zeer mishaagd
Vertalingen
1. niet aanstaan, niet behagen
Gangbaarheid
- Het woord mishagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mishagen' herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.