mindervalide

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • min·der·va·li·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mindervalide mindervaliden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

mindervalide v / m

  1. (medisch) iemand die lichamelijk en/of geestelijk licht gehandicapt is


stellend
onverbogen mindervalide
verbogen -
partitief mindervalides

Bijvoeglijk naamwoord

mindervalide

  1. (medisch) lichamelijk en/of geestelijk enigszins gehandicapt (niet helemaal valide)

Gangbaarheid

  • Het woord mindervalide staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.