middels
Nederlands
Woordafbreking
- mid·dels
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘voorzetsel’ voor het eerst aangetroffen in 1914 [1]
- bijwoord: afleiding van middel met het achtervoegsel -s dat bijwoorden vormt[2]
- voorzetsel: leenvertaling van Duits mittels[3]
Voorzetsel
middels
- door gebruik te maken van
Zelfstandig naamwoord
middels mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord middel (smalste deel van het lichaam tussen heupen en borstkas)
Gangbaarheid
- Het woord middels staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'middels' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.