microwave

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mi·cro·wave
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Engelse wave met het voorvoegsel micro-
enkelvoud meervoud
naamwoord microwave microwaves
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

microwave m

  1. (huishouden) (kookkunst) handig apparaat waarmee men waterige substanties snel kan opwarmen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord microwave staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Meer informatie


Engels

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈmaikrəweiv/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van wave met het voorvoegsel micro-.
  • Verkorting van microwave oven.
enkelvoud meervoud
microwave microwaves

Zelfstandig naamwoord

microwave

  1. (huishouden) (kookkunst) magnetron, magnetronoven
vervoeging
onbepaalde wijs to microwave
he/she/it microwaves
verleden tijd microwaved
voltooid
deelwoord
microwaved
onvoltooid
deelwoord
microwaving
gebiedende wijs microwave

Werkwoord

microwave

  1. overgankelijk, (kookkunst) opwarmen in de magnetron
Afgeleide begrippen
  • microwavable, microwaveable
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.