menstruatie
Nederlands
Woordafbreking
- men·stru·a·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘maandstonden’ voor het eerst aangetroffen in 1846 [1]
- uit het Latijn: mensis (maand)
- Naamwoord van handeling van menstrueren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | menstruatie | menstruaties |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
menstruatie v
- (medisch) maandelijkse bloeding bij vrouwen en geslachtsrijpe meisjes
Vertalingen
maandelijkse bloeding bij vrouwen
Gangbaarheid
- Het woord menstruatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'menstruatie' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.