mensenhand

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • men·sen·hand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mensenhand mensenhanden
verkleinwoord mensenhandje mensenhandjes

Zelfstandig naamwoord

mensenhand v/m

  1. (anatomie) de hand van een mens
    • Het hart is zo ongeveer even groot als een mensenhand die gebogen is tot een vuist. 

Gangbaarheid

  • Het woord mensenhand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.