mega-

Nederlands

Huidig
bestand
42
Uitspraak
  • Geluid:  mega-    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈme.χa/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈme.ɣa/
Woordafbreking
  • me·ga-
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Oudgriekse μέγας (groot).

Voorvoegsel

mega-

  1. (natuurkunde) de factor 106, weergegeven met symbool M
  2. om aan te geven dat iets buitengewoon groot (gemaakt) is
    • Door de verdriedubbeling naar vijftien zalen ontstaat een megabioscoop. 
  1. (jongerentaal) in zeer hoge mate
    • Megagoed. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Meer informatie


Indonesisch

Woordafbreking
  • me·ga-
Woordherkomst en -opbouw

Voorvoegsel

mega-

  1. mega-
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.