meesmuilen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • meesĀ·muiĀ·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
meesmuilen
meesmuilde
gemeesmuild
zwak -d volledig

Werkwoord

meesmuilen [2]

  1. inergatief smalend lachen, spotten
    • "Ja dat zal wel!" meesmuilde hij. 

Gangbaarheid

  • Het woord meesmuilen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.