erbarmen
Nederlands
Woordafbreking
- er·bar·men
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘(zich...) medelijden betonen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]
- afgeleid van barmen met het voorvoegsel er- [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
erbarmen |
erbarmde |
erbarmd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
erbarmen [3]
- wederkerend medelijden hebben met iemand
- wederkerend zich ontfermen over iemand
- De geneesheer erbarmde zich over de zieke.
Synoniemen
- [1] medelijden hebben.
- [2] zich ontfermen.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | erbarmen | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
erbarmen o [4]
- medeleven met de pijn of het ongeluk van een ander
- Hebt erbarmen met een oude, zieke man.
- Dit is het bewijs dat er dingen zijn die meer waard zijn dan alle diamanten op de wereld. Jouw erbarmen heeft het gewonnen, medelijden is meer waard dan diamanten.' [5]
Afgeleide begrippen
- erbarmelijk, erbarming
Gangbaarheid
- Het woord erbarmen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'erbarmen' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "erbarmen" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- erbarmen op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Herzen, Frank De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 111
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.