meegaan
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: meegaan (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈmeχan/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈmeɣan/
Woordafbreking
- mee·gaan
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mee bw en gaan ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
meegaan /'meɣan/ |
ging mee /ɣɪŋ 'me/ |
meegegaan /'meɣəɣan/ |
klasse 7 | volledig |
Werkwoord
meegaan
- ergatief op hetzelfde moment dezelfde richting uitgaan
- Hij is met de vorige trein meegegaan.
- ergatief, (figuurlijk) op hetzelfde moment dezelfde richting uitgaan
Vertalingen
1. op hetzelfde moment dezelfde richting uitgaan
Gangbaarheid
- Het woord meegaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'meegaan' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.