maxime
Nederlands
Woordafbreking
- maxi·me
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘grondstelling’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1615 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maxime | maximen maximes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
maxime o [3]
- (filosofie) grondstelling, stelregel
- (taalkunde) een stelregel die taalgebruikers meestal zonder het te beseffen volgen als ze een gesprek voeren
Gangbaarheid
- Het woord maxime staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'maxime' herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.