marktleider

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • markt·lei·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord marktleider marktleiders
verkleinwoord marktleidertje marktleidertjes

Zelfstandig naamwoord

marktleider m

  1. de organisatie die de markt aanvoert in een bepaald marktsegment
    • CITO marktleider op het gebied van toetsen in Nederland. 

Gangbaarheid

  • Het woord marktleider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.