marktdag

Nederlands

Uitspraak

Geluid: marktdag (hulp, bestand)
IPA: /'mɑrk.dɑx/, /'mɑrg.dɑx/

Woordafbreking

markt·dag

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van markt en dag

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	marktdag	marktdagen
verkleinwoord	marktdagje	marktdagjes

Zelfstandig naamwoord

marktdag m

dag waarop markt gehouden wordt

- 's woensdags is het altijd marktdag in.

Vertalingen

1. dag waarop markt gehouden wordt

Engels: market day ^(en)

Spaans: día de mercado ^(es) m

Gangbaarheid

Het woord marktdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'marktdag' herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.