mantelzorg
Nederlands
Woordafbreking
- man·tel·zorg
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mantel en zorg
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mantelzorg | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
mantelzorg v/m
- de zorg die niet beroepshalve aan zieken, gehandicapten en andere hulpbehoevenden verleend wordt
- De familie gaf de gehandicapte man wat mantelzorg.
Gangbaarheid
- Het woord mantelzorg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mantelzorg' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.