mankracht
Nederlands
Woordafbreking
- man·kracht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van man en kracht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mankracht | mankrachten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
mankracht v/m
- de kracht van een mens, het arbeidsvermogen van een mens
- De beschikbaarheid van mankracht en energie tegen lage kosten waren voorvereisten voor de ontwikkeling van de mijnbouw in de Witwatersrand.
Gangbaarheid
- Het woord mankracht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mankracht' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.