maniok
Nederlands
Woordafbreking
- ma·ni·ok
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘broodwortel’ voor het eerst aangetroffen in 1596 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maniok | - |
verkleinwoord |
Vertalingen
1. Manihot esculenta, een eetbare wortelknol
Gangbaarheid
- Het woord maniok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'maniok' herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.