maniok

Nederlands

Manihot esculenta
Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·ni·ok
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘broodwortel’ voor het eerst aangetroffen in 1596 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord maniok -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

maniok m

  1. (plantkunde) (voeding) Manihot esculenta , een eetbare wortelknol
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord maniok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
28 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.