mangrove
Nederlands
Woordafbreking
- man·gro·ve
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘tropische plantenvegetatie’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1867 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mangrove | mangroven |
verkleinwoord | mangrovetje | mangrovetjes |
Zelfstandig naamwoord
mangrove m
- tropisch vloedbos
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord mangrove staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mangrove' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.