malle
Nederlands
Woordafbreking
- mal·le
Frans
Latijn
Woordafbreking
- mal·le
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | |||
---|---|---|---|
infinitief | 1e pers. enk. ind. praes. act. |
1e pers. enk. ind. perf. act. |
supinum |
malle | malo | maluī | - |
onregelmatig | volledig |
Werkwoord
malle infinitivus praesens actief
- liever willen.
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
mallar |
malle
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van mallar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van mallar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van mallar
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.