majesteitsmeervoud
Nederlands
Woordafbreking
- ma·jes·teits·meer·voud
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van majesteit en meervoud met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | majesteitsmeervoud | majesteitsmeervouden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
majesteitsmeervoud o
- het gebruik van het meervoud terwijl men naar zichzelf verwijst, dus "wij" in plaats van "ik", om de eigen belangrijkheid te benadrukken bij uitstek geschikt voor koningen en dergelijke personen
Verwante begrippen
- pluralis majestatis, koninklijk meervoud
Gangbaarheid
- Het woord 'majesteitsmeervoud' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.